Dynamische systemen
Dynamische systemen zijn speciaal voor de doelgroep ontwikkelde tablets met communicatiesoftware. Deze zijn voorzien van een aanraakscherm, krachtige speakers en mogelijkheden voor alternatieve bediening.
Lees verderI-13 en I-16
Communicatiehulpmiddelen met ingebouwde oogbesturingsmodule en meeleesscherm.Tellus 6
Krachtig dynamisch communicatiehulpmiddel met groot scherm en meeleesvenster.Tellus i6
Krachtig communicatiehulpmiddel met ingebouwde oogbesturingsmodule.Vibe 10
Compact en praktisch dynamisch communicatiehulpmiddel met meeleesscherm.Vibe 12+
Krachtig en praktisch dynamisch communicatiehulpmiddel met meeleesscherm.TD I-110
Compact maar krachtig dynamisch communicatiehulpmiddel.TD Pilot
iPad-gebaseerd communicatiehulpmiddel met oogbesturing.Proloquo2Go Speechpack
Handzaam communicatiehulpmiddel voor symboolgebruikers.TouchToTell Speechpack
Handzaam communicatiehulpmiddel voor mensen met een spraak- of taalbeperking.TouchSpeak
Handzaam en flexibel communicatiehulpmiddel voor mensen met afasie.Dynamische systemen zijn geschikt voor zowel tekst- als symboolcommunicatie. In tegenstelling tot statische systemen hebben dynamische systemen geen vaste toetsen, maar een indeling die kan veranderen: elke toets op het scherm kan verwijzen naar een nieuwe pagina met nieuwe toetsen, en de inhoud kan steeds worden aangepast, zodat het hulpmiddel kan meegroeien met het niveau, de leefomstandigheden en de interesses van de gebruiker.
Communicatiesoftware
Standaard is op dynamische systemen speciale communicatiesoftware geïnstalleerd. Met behulp van deze software wordt het communicatiehulpmiddel ‘ingericht’. Die inrichting bestaat uit een verzameling ‘communicatiepagina’s’, die volledig kan worden aangepast aan de wensen en eisen van de gebruiker van het hulpmiddel. Met behulp van deze communicatiepagina’s typt of kiest de gebruiker de boodschappen die hij of zij wil overbrengen.
Geletterde gebruikers kunnen werken met schermtoetsenborden, zodat men alles kan typen wat men wil zeggen en niet in de communicatie beperkt wordt. Voor het versnellen van de tekstinvoer kan gebruik worden gemaakt van woord- en zinsvoorspellers. Daarnaast is het mogelijk te werken met voorgeprogrammeerde boodschappen. Deze boodschappen kunnen worden aangeduid met tekst of met afbeeldingen. Voor geletterde gebruikers kan dit een manier zijn om veelgebruikte uitingen snel te kunnen kiezen. Voorgeprogrammeerde boodschappen zijn bovendien geschikt voor ongeletterde gebruikers. Voor hen kunnen de boodschappen worden aangeduid met pictogrammen, eigen foto’s of afbeeldingen van internet.
Boodschappen kunnen bestaan uit hele zinnen of uit losse woorden, waarmee de gebruiker zelf zinnen kan opbouwen. Sommige systemen kunnen hierbij de woorden automatisch vervoegen. Uiteraard kunnen getypte, gekozen of samengestelde boodschappen ook uitgesproken worden. Hiervoor is het mogelijk gebruik te maken van synthetische en/of opgenomen spraak.
Extra functies
Naast directe communicatie hebben veel dynamische systemen aanvullende mogelijkheden, zoals internetten, e-mailen, bellen, sms’en, spelen, foto’s maken en bekijken, muziek luisteren en omgevingsbediening.
Bediening
Dynamische systemen zijn uitgerust met een aanraakscherm. Vrijwel alle dynamische systemen bieden bovendien diverse mogelijkheden voor alternatieve bediening. Daardoor kunnen ze ook bediend worden door gebruikers met onvoldoende handfunctie en zijn ze voor mensen met degeneratieve aandoeningen snel aanpasbaar. Om het aanraakscherm beter bedienbaar te maken, kunnen de systemen voorzien worden van een raster voor vingergeleiding.
Dit kan nuttig zijn voor mensen met een beperkte coördinatie of motorische problemen. Het raster zorgt ervoor dat de toetsen verzonken komen te liggen, zodat de gebruiker de hand op het raster kan laten rusten en de juiste toets kan kiezen, zonder daarbij ongewenste toetsen in te drukken. Daarnaast zijn veel systemen voorzien van een usb-aansluiting en aansluitingen voor schakelaars, om het apparaat scannend te bedienen.
De usb-aansluiting maakt het mogelijk een muisvervanger te gebruiken, zoals een hoofdmuis. Bij scanning lichten de toetsen op het scherm beurtelings op, bijvoorbeeld in de vorm van een gekleurd kader. Bevindt het kader zich om de gewenste toets, dan activeert de gebruiker zijn of haar schakelaar. Behalve met een visueel kader kunnen de toetsen ook met auditieve ‘cues’ aangeduid worden. Dit zijn korte spraakopnames die, al dan niet door een koptelefoon, duidelijk maken welke spraakboodschap of functie zich onder de knop bevindt. Heeft de gebruiker twee schakelaars, dan kan hij of zij de snelheid zelf bepalen door met de ene schakelaar de toetsen te doorlopen en met de andere te activeren.
Bij gebruik van één schakelaar is de scansnelheid instelbaar. Ook de scanvolgorde is instelbaar. Schakelaars zijn er in vele soorten, voor bediening met verschillende lichaamsdelen. Op de grotere en geavanceerdere systemen kunnen bovendien modules voor oogbesturing aangesloten worden. De gebruiker selecteert dan de toetsen door ernaar te kijken. Dit maakt de systemen zelfs geschikt voor gebruikers met zeer ernstige motorische problematiek.
Formaten en opbouw
De kleinere dynamische systemen zijn door hun formaat en gewicht extra geschikt voor gebruikers die kunnen lopen. Deze systemen worden geleverd met een draagtas. Sommige systemen hebben een uitklapbare beugel, waarmee ze rechtop op een tafel gezet kunnen worden. Zwaardere systemen zijn niet geschikt om te worden gedragen. Deze systemen, maar ook de kleinere, kunnen worden opgebouwd op bijv. een rolstoel of bij het bed.
Doelgroep
Dynamische systemen worden ingezet bij kinderen of volwassenen die gebruikmaken van plaatjes om te communiceren, maar waarvoor plaatjessystemen te beperkt zijn. Een voorwaarde om gebruik te kunnen maken van dynamische systemen is dat de gebruiker kan categoriseren. Daarnaast worden dynamische systemen ingezet wanneer de motorische problemen zo groot zijn, dat bijv. een eenvoudig tekstsysteem geen optie is. Tenslotte wordt dit soort hulpmiddelen ingezet voor personen met een progressief ziektebeeld, waarbij het hulpmiddel snel aangepast moet kunnen worden aan de veranderende lichamelijke situatie.
Onderlinge verschillen
- Formaat / meeneembaarheid
- Software & mogelijkheden
- Bedieningsopties
- Mogelijkheden voor telecommunicatie
- Mogelijkheden voor omgevingsbediening
- Aansluitmogelijkheden