Achtergrond
Score is de Nederlandse versie van het Duitse MyCORE. MyCORE werd tussen 2006 en 2012 ontwikkeld door Prof. Jens Boenisch en Dr. Stefanie Sachse aan de Universiteit van Keulen, naar aanleiding van onderzoek naar kernwoordenschat, met de focus op taalontwikkeling.
OC-gebruikers kunnen hun woordenschat niet zelf kiezen, maar zijn afhankelijk van de woorden die anderen voor hen hebben gekozen. Onbedoeld kunnen zij daardoor beperkt worden in hun ontwikkeling: doordat we hen slechts een beperkt aantal woorden bieden, zodat zij niet spelenderwijs kunnen groeien, maar ook doordat we geneigd zijn woorden te bieden die in de praktijk maar weinig worden gebruikt.
MyCORE is gebouwd vanuit het gegeven dat slechts 200 hoogfrequente woorden maar liefst 80% uitmaken van onze gesproken taal. Voor OC-gebruikers is het dus van belang juist deze ‘kernwoordenschat’ snel beschikbaar te maken.
MyCORE werd in eerste instantie ontwikkeld als map met papieren communicatiebladen en is later omgezet naar een dynamisch vocabulaire.
Score is gelokaliseerd naar het Nederlands vanuit het Duits, Engels en Vlaams. Daarbij is het vocabulaire niet een-op-een vertaald, maar is de kernwoordenschat afgestemd op Nederlands frequentieonderzoek, is rekening gehouden met culturele invloeden en gebruik, en met de Nederlandse syntax, morfologie, etc.
Indeling
Op het eerste gezicht lijkt Score misschien onoverzichtelijk, met veel symbolen op één pagina en verschillende kleuren door elkaar. Maar doordat het grootste deel van het scherm altijd hetzelfde blijft, krijgen gebruikers snel inzicht in de structuur.
Op de bovenste regel bevindt zich de zinsbalk en enkele functieknoppen. Daaronder staan de categorieën, zoals eten/drinken, mensen, school, etc. Op de derde regel verschijnen de subcategorieën en grammaticale functies, zoals meervoud en vergrotende trap. Rechtsboven staan knoppen voor het maken van samenstellingen en hoofdletters. Onder deze regels bevinden zich de ‘statische ramen’, met de kernwoordenschat en andere veelgebruikte woorden. Dit beslaat het grootste deel van het scherm. Tenslotte staat in het midden van het scherm het ‘dynamisch blok’. Hierin verschijnen het randvocabulaire en mediafuncties.
Dankzij de vaste positie en indeling van de kernwoordenschat hoeft de gebruiker minder te bladeren. De randwoordenschat is dynamisch en wordt ingevuld op basis van de geselecteerde categorie. Het gehele vocabulaire is zo opgebouwd dat zinnen gemaakt kunnen worden door van links naar rechts symbolen te kiezen. Ter ondersteuning daarbij zijn de verschillende woordsoorten aangeduid door kleurcodes. Naar keuze kunnen alleen de randen of de hele knoppen in kleur worden weergegeven.
Om de woordenschat toegankelijker te maken voor mensen met motorische, cognitieve en/of visuele uitdagingen is, in samenwerking met het therapeuten van het Heder instituut, Score 2staps ontwikkeld. Verschillende woordsoorten hebben hierin ieder een eigen pagina met maximaal 30 pictogrammen, waardoor de vakken een stuk groter zijn en makkelijker te selecteren, ook met oogbesturing. Je selecteert dus elk woord in twee stappen.
In Score wordt gebruik gemaakt van SymbolStix symbolen. Het complete vocabulaire bevat ca 3000 symbolen.
Het kernvocabulaire
De kernwoordenschat heeft een statische indeling en bevat alle woordsoorten om een grammaticaal correcte zin te vormen: lidwoorden, persoonlijke en aanwijzende voornaamwoorden, werkwoorden, voegwoorden, vragende voornaamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, voorzetsels, bijwoorden en snelle uitingen. De woorden van het kernvocabulaire blijven altijd op dezelfde plek staan.
Het randvocabulaire
De randwoordenschat beweegt mee met de context. Dit is de woordenschat die nodig is om over specifieke onderwerpen te praten. Het randvocabulaire bestaat voornamelijk uit zelfstandige naamwoorden, werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.
Grammatica
Score biedt veel mogelijkheden voor het oefenen met en maken van grammaticaal correcte zinnen. Zo biedt het de mogelijkheid om woorden te vervoegen en verbuigen, tijden aan te duiden, meervoudsvormen te maken, vergrotende en overtreffende trappen te maken, prefixen (zoals her- en ver-) en suffixen (zoals –heid of –lijk) toe te passen, en nieuwe woorden samen te stellen.
De vervoegde, verbogen en samengestelde woorden worden correct weergegeven in de zinsbalk en uitgesproken door de synthetische stem.
Ter ondersteuning bij het samenstellen van zinnen, maakt Score gebruik van de kleurcodes voor het aanduiden van woordsoorten. Er worden verschillende kleuren gebruikt voor lidwoorden en aanwijzende voornaamwoorden, persoonlijke voornaamwoorden, voegwoorden, voorzetsels, werkwoorden, bijwoorden, vragende voornaamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en snelle uitingen.
Extra functies
Naast het kern- en randvocabulaire heeft Score nog een aantal aanvullende functies: een letterkaart met ABC-indeling en symboolvoorspelling, de mogelijkheid om video’s (ook YouTube) en muziek af te spelen, een fotoboek, interactieve leesfunctie, rekenmachine en zoekfunctie. Bij het gebruik van deze functies blijft het kernwoordenschat altijd zichtbaar, waardoor het mogelijk is om te communiceren over bijvoorbeeld de geopende foto’s of muziek.
Doelgroep
Score kan geschikt zijn voor kinderen, jongeren en volwassenen met bijvoorbeeld een taalontwikkelingsstoornis (TOS), autisme, Syndroom van Down of Cerebrale Parese.
Taalontwikkeling
Naast functionele communicatie richt Score zich vooral ook op het stimuleren van taalontwikkeling. Omdat de gebruiker direct een zeer uitgebreide woordenschat ter beschikking krijgt, is modelleren van belang, net zoals we doen voor sprekende kinderen.
Sprekende kinderen hebben niet alleen toegang tot een uitgebreid ‘vocabulaire’ maar krijgen ook voortdurend een voorbeeld van hoe anderen spreken, en kunnen dat een-op-een imiteren. Kinderen met een spraakbeperking moeten eerst een vertaalslag maken. Zij moeten leren dat zij woorden kunnen ‘uitspreken’ door op een plaatje te drukken. Modelleren (voordoen) door ouders of begeleiders is daarom belangrijk. Ouders van sprekende kinderen modelleren van nature. Ouders van kinderen die leren werken met een communicatiehulpmiddel kunnen dat forceren, door tijdens het spreken de gesproken woorden aan te wijzen op het hulpmiddel.
Naast modelleren wordt aangeraden te starten met het kernvocabulaire en dit steeds verder uit te breiden met randvocabulaire.
Score is voorzien van een logfunctie, die het gebruik van het vocabulaire registreert. Zo kunnen therapeuten het effect van een sessie meten, of achteraf zien hoe een gebruiker tot een bepaalde zin is gekomen.
Uitproberen
Wilt u zien of Score een goede oplossing is voor uw cliënt? Dan kunt u een 30-dagen demo downloaden. Deze download bevat 3 Score bestanden, die u na uitpakken kunt openen in Mind Express. Let op: om Score te kunnen gebruiken, hebt u de meest recente versie van Mind Express nodig, voer dus eerst in Mind Express een update uit.