• Communicatie
  • Bediening
  • Zelfstandig leven
  • Ontwikkeling, spel en therapie
  • Adaptatietechniek

Wat is jouw doelvocabulaire?

Wat leuk dat je onze QR-code hebt gescand. Op deze pagina lichten we onze posterpresentatie van het ISAAC-NF congres 2023 verder toe. Je vindt hier aanvullende informatie over top-down strategieën, het maken van een goed bottom-up vocabulaire en hoe je de twee strategieën met elkaar kan combineren. Bekijk de voorbeelden en download de gereduceerde bestanden per vocabulaire onderaan deze pagina.

OC-strategieën nader toegelicht

Verschillende OC-strategieën hebben zich de afgelopen jaren ruimschoots bewezen. Enerzijds de top-down strategie, waarbij de gebruiker vanaf het eerste moment een breed aanbod aangeboden krijgt om in te groeien en te ontdekken. Anderzijds de hernieuwde bottom-up strategie waarbij de inhoud volledig afgestemd is op de gebruiker. Beide strategieën hebben hun voor- en nadelen en de inzetbaarheid zal per gebruiker verschillen.

Top-down strategie

Een top-down strategie gaat uit van een kant-en-klaar vocabulaire. Het vocabulaire bestaat uit kernwoorden, randwoorden en een alfabet. In een kant-en-klaar vocabulaire staan verschillende woordsoorten, bijvoorbeeld persoonlijk voornaamwoorden, werkwoorden, zelfstandige naamwoorden etc. Hiermee biedt een kant-en-klaar vocabulaire voldoende taal om te communiceren, maar ook om de taalontwikkeling te ondersteunen. Ook worden nieuwe vaardigheden gestimuleerd, zoals communiceren binnen nieuwe situaties of het aanleren van grammaticale vaardigheden.

Deze strategie heeft soms ook nadelen. In de praktijk ervaren we dat een top-down strategie af en toe heel overweldigend kan zijn, voor zowel de gebruiker als de omgeving. Het kost daarnaast tijd om het vocabulaire goed te leren kennen (door zowel gebruiker als omgeving) en de lay-out is niet altijd direct geschikt voor gebruikers met een visuele en/of motorische beperking. Het kan zijn dat een kant-en-klaar vocabulaire dan een minder geschikte optie is. In dat geval kan je ervoor kiezen om zelf een vocabulaire te maken (of een gereduceerde versie te gebruiken, lees vooral verder!).

Voorbeeld kant-en-klaar vocabulaire
Voorbeeld van een kant-en-klaar vocabulaire

 

Bottom-up strategie

Een bottom-up strategie gaat uit van het zelf maken van een passend vocabulaire. Dit wordt bijvoorbeeld toegepast bij gebruikers met een motorische of visuele beperking. Het aantal vakken, de kleuren en de inhoud worden aangepast aan wat de gebruiker nodig heeft. Je begint als het ware vanaf nul en bouwt een passend vocabulaire voor deze gebruiker. Het voordeel is dat de directe omgeving het vocabulaire heel goed kent, maar het kost ook veel tijd om het vocabulaire up-to-date te houden. Bottom-up strategieën worden al jarenlang toegepast en met de meest recente inzichten kun je prima een adequaat en functioneel vocabulaire maken. Lees vooral verder hoe je een goed bottom-up vocabulaire maakt.

Voorbeeld bottom-up anno nu
Voorbeeld van een bottom-up vocabulaire (anno nu)

 

Bottom-up anno 1980 versus anno nu

Veel lezers zullen wel het klassieke bottom-up vocabulaire kennen dat alleen bestaat uit zelfstandige naamwoorden. Een dergelijk vocabulaire ziet er vaak als volgt uit: er is een startpagina met verschillende categorieën. Onder elke categorie opent een nieuwe pagina, waar allerlei opties staan. Bijvoorbeeld onder de categorie ‘eten’ staan opties zoals: kaas, worst, hagelslag, jam etc., zoals je in het voorbeeld hieronder kunt zien.

Voorbeeld bottom-up anno 1980
Voorbeeld van een bottom-up anno 1980

 

Voorbeeld bottom-up anno 1980: categorie
Voorbeeld van een bottom-up anno 1980: categorie

 

Maar wist je dat je maar heel weinig communicatieve functies kunt gebruiken bij een dergelijke opzet? Namelijk: ‘duidelijk maken wat je wil hebben’ en ‘keuzes maken’. Maar wat als je duidelijk wil maken dat je iets juist níet wil, of dat je iets anders wil, of dat je méér wil? Dan heb je woorden als ‘niet’, ‘iets anders’ of ‘meer’ nodig. En dát is precies wat een bottom-up vocabulaire anno nu bevat: verschillende woordsoorten, zodat je binnen verschillende communicatieve situaties kunt communiceren met je omgeving.

Een bottom-up vocabulaire anno nu bevat in ieder geval de volgende woordsoorten:

  • Kernwoorden zoals ‘stoppen’, ‘meer’, ‘iets anders’, ‘niet’ etc.
  • Sociale uitingen zoals: ‘hallo’, ‘hoe gaat het?’ etc.
  • Zelfstandige naamwoorden zoals: ‘bal’, ‘kaas’, ‘auto’ etc. (aangepast op de behoefte van de gebruiker)
  • Vragen zoals: ‘wie is dat?’ en ‘wat gaan we doen?’
  • Snelle opmerkingen zoals: ‘dat wil ik niet’ en ‘ik wil stoppen’
  • Letterkaart, zodat je al vanaf het begin kan spelen met letters (bekijk ook onze webinar over dit onderwerp)
Voorbeeld bottom-up anno nu
Voorbeeld van een bottom-up vocabulaire anno nu

 

Voorbeeld bottom-up anno nu: snelle communicatie
Voorbeeld van een bottom-up anno nu: snelle communicatie

 

Voorbeeld bottom-up anno nu: eten
Voorbeeld van een bottom-up anno nu: eten

 

Bekijk voor meer tips over het maken van een goed bottom-up vocabulaire onze webinar over dit onderwerp.

Een nieuwe aanpak door te reduceren

Maar er is meer keuze dan alleen een volledig kant-en-klaar of volledig bottom-up vocabulaire. In de praktijk blijkt dat een gecombineerde aanpak van zowel bottom-up als top-down het beste biedt van beide werelden. Deze aanpak wordt ook wel een ‘skeletaanpak’ genoemd. Hierbij bied je een vocabulaire sterk gereduceerd aan, waarbij de positie van de vakken gelijk blijft. Daardoor kan een beroep gedaan worden op het motorisch geheugen, zodat de gebruiker niet steeds de nieuwe positie van vakken hoeft te leren.

Voorbeeld Crescendo progressieve taal
Crescendo’s progressieve taal

 

De achterliggende gedachte is dat je met het aanbieden van een gereduceerd vocabulaire vanaf het eerste moment een doel nastreeft, zonder de gebruiker (of omgeving) te overvragen. Samen met de gebruiker en zijn of haar omgeving bekijk je welk kant-en-klaar vocabulaire het beste bij de gebruiker past. Dat is immers per persoon verschillend. Dat is het doelvocabulaire, het vocabulaire waar je uiteindelijk volledig naartoe gaat werken. Vervolgens ga je vakken onzichtbaar maken, zodat je laagdrempelig kunt starten, maar de structuur van het vocabulaire behouden blijft. Het ene vocabulaire leent zich wellicht meer voor een skeletaanpak dan het andere, maar een gereduceerde versie aanbieden kan altijd. Kijk maar naar de voorbeelden hieronder:

Score gereduceerd
Score gereduceerd

 

Core First gereduceerd
Core First gereduceerd

 

Voorbeeld Crescendo progressieve taal
Crescendo progressieve taal

 

Sammie laag niveau
Sammie laag niveau

 

ALOHA 1 gereduceerd
ALOHA 1 gereduceerd

 

ALOHA 2 gereduceerd
ALOHA 2 gereduceerd

 

Per vocabulaire en per gebruiker bepaal je wat belangrijk is. Bij de ene gebruiker start je vooral met ‘ik wil’ en alleen de belangrijkste onderwerpen op één pagina, zodat de gebruiker gemotiveerd wordt om snel iets te kunnen vragen wat hij of zij leuk vindt of graag wil hebben. Bij de andere gebruiker kun je al met meer (kern)woorden starten en wellicht al verschillende kernwoorden toelichten.

Vanuit deze afgeslankte basis start je met modelleren en breid je het vocabulaire langzaam uit door vakken weer zichtbaar te maken. Op deze manier werk je rustig toe naar het volledige doelvocabulaire, zonder dat je de gebruiker en/of omgeving overvraagt. Zo ga je uit van het ‘presume competence’ principe (mits je tijdig vakken zichtbaar maakt!), kun je gemakkelijk modelleren en word je automatisch begeleid in wat er in het vocabulaire moet komen. En niet onbelangrijk: je voorkomt dat de gebruiker het vocabulaire moet afleren en opnieuw aanleren, doordat de locaties steeds hetzelfde blijven. Bovendien scheelt het een heleboel tijd ten opzichte van een bottom-up vocabulaire!

Downloads

Download hier de gereduceerde versies van ALOHA, Score en Core First:

Gereduceerde aanpak Sammie (TouchToTell)

Sammie biedt een andere aanpak, door te werken met verschillende niveaus. Je stelt het niveau als volgt in (licentie of demo noodzakelijk):

  • Ga in TouchToTell naar de drie streepjes rechtsonder
  • Vul het woord ‘touch’ in als hier naar wordt gevraagd
  • Tik op ‘Mijn profiel’
  • Tik op ‘Niveau aanpassen’
  • Bepaal het passende niveau
  • Tik op het icoontje van ‘Opslaan’ rechtsboven

Gereduceerde aanpak Crescendo (Proloquo2Go)

Crescendo biedt de mogelijkheid om een gereduceerde versie te gebruiken binnen Proloquo2Go (licentie noodzakelijk). In Proloquo2Go is dit zeer snel in te stellen. Er is geen apart bestand voor nodig, met één enkele instelling, progressieve taal, reduceer je het vocabulaire volledig! Je activeert progressieve taal als volgt:

  • Ga in Proloquo2Go naar de instellingen (tandwiel) rechtsonder
  • Tik op ‘Vocabulaire’
  • Tik op ‘Progressieve taal’
  • Zet het schuifje achter Progressieve taal op groen
  • Kies een trede die bij de gebruiker past (hiermee verberg je in één keer een grote hoeveelheid afbeeldingen)


Nog vragen?

Heb je nog vragen of kom je er niet uit? Neem dan vooral contact met ons op!

Neem contact op